Bijbelstudie Zeewolde ‘Het kruis’ avond 1: Het kruis en de zonde
Schriftlezing: Romeinen 5:18-19; 6:5-13; Galaten 2:20
De geboden van Christus lijken mijlenver boven ons vermogen te liggen. We doen ons best Hem te behagen door de Bijbel te lezen, meer te bidden, ‘meer van de Geest-conferenties’ te bezoeken, ons de handen op te laten leggen, maar alles lijkt zonder effect. We komen er steeds meer achter dat onze levens in de verste verte niet lijken op dat van de Heer. Maar hoe we ons ook schamen, hoe we ons ook verootmoedigen, waar we het ook zoeken, onze worstelingen brengen ons geen stap verder. We hebben het kruis niet begrepen.
Deze nieuwe serie van zes avonden over het kruis is bedoeld om de gemeente geestelijk te wortelen in het werk dat Christus op het kruis heeft volbracht. Het kruis is de sleutel in alle situaties en de sleutel voor het begrijpen van de hele Schrift. Als wij het kruis m.b.t. ons persoonlijke leven net zo zouden omklemmen als dat we dat doen voor ons behoud, zou er veel meer geestelijke groei zijn en veel minder ontrouw in onze levens aan de Heer. We moeten ons goed beseffen dat als wij als gelovigen falen in onze levens m.b.t. het kruis, we een contradictie worden t.o.v. onszelf en onze positie in Christus.
Christus’ dood voor ons
In Rm5 leert Paulus ons dat door het volbrachte werk op het kruis, Christus Jezus voor onze zonden gestorven is.
Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens de velen tot zondaars zijn gesteld, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene de velen tot rechtvaardigen gesteld worden. Rm5:19
We zien ditzelfde ook in Rm3:23-16. Hij is ‘overgegeven om onze overtredingen’ (Rm4:24) en Hij heeft onze zonden in zijn lichaam gedragen op het hout (1Pt2:24). Maar zoals de dood van Christus voor ons in Rm5 het fundament is voor wedergeboorte, zo moeten wij direct doorgaan naar Rm6, waar het gaat over onze dood met Christus.
Onze dood met Christus
Als God de goddeloze zondaar rechtvaardigt, dan doet Hij dit niet buiten Christus om. Wij zijn in Christus rechtvaardig omdat wij in een essentiële en reële levenseenheid zijn gebracht met Christus. We zijn een nieuwe schepping in Christus (2Ko5:17). Omdat wij zijn verenigd met een gekruisigde Heer, is onze positie er één van identificatie in zijn dood en opstanding.
Want als wij met hem een geworden zijn in de gelijkheid van zijn dood, dan zullen wij het ook zijn in de gelijkheid van zijn opstanding; daar wij dit weten, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde te niet gedaan zou zijn, opdat wij niet meer de zonde dienen. Rm6:5-6
Wat God dan heeft samengevoegd, laat een mens dat niet scheiden (Mt19:6). De geboden van Christus zijn totaal ontoereikend voor onze eigen natuur, en dit moeten wij eerst ontdekken. Het leven van Christus is niet een imitatie, want het vlees kan dit niet, maar een participatie! Mijn eigen leven, natuur is meegekruisigd, geoordeeld, als waardeloos bestempeld. Het is het leven van Christus dat nu in mij is, en het is mijn verantwoordelijkheid alles aan Hem over te geven als uit de dood levend geworden (Rm6:11), te geloven en te rusten in Christus (Gl2:20; 2Pt3:18). Dit leven van Hem in ons is niet te verwarren met gevoelens en ervaringen. Het is een leven door het geloof in de waarheid.
…en u zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken. Jh8:32
Het geheim van de overwinning over de zonde
God heeft ons gerechtvaardigd o.g.v. het volbrachte werk van Christus, niet om ons alleen maar voor de eeuwigheid te redden, maar om ons moreel en geestelijk zuiver te maken zoals zijn Zoon in deze duistere wereld. Zouden wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Voltrekt niet! Rm6:1. Maar dit leven naar de geboden van Christus is onmogelijk voor het vlees.
Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is bij mij aanwezig, maar het doen van het goede niet. Rm7:18
De Vader staat toe dat wij, in volstrekte wanhoop over ons falen na langere tijd van proberen, tot een punt komen van totale ontmoediging over onszelf. We vinden onszelf op een bepaald punt een ‘ellendig mens’ (Rm7:24). Maar het geheim kan alleen op deze manier ingang vinden in onze harten: wij zijn dood, gestorven voor de zonde. God heeft alles wat met onze eigen natuur te maken heeft, voor zijn aangezicht weggedaan door het kruis. Met Christus ben ik gekruisigd…Gl2:20.
Want wat Hij is gestorven, is Hij eens voor altijd ten opzichte van de zonde gestorven, maar wat Hij leeft, leeft Hij voor God. Zo ook u, rekent het ervoor ten opzichte van de zonde dood te zijn, maar voor God levend in Christus Jezus. Rm6:10-11
De kracht van de zonde en de claims van de zonde zijn in zijn dood weggedaan voor Gods aangezicht. Hij leeft nu voor God, ver buiten het bereik van de zonde. Zo is het ook met ons. Paulus zegt niet dat wij gestorven zijn of dat wij letterlijk dood zijn voor de zonde, maar dat wij dood zijn voor de zonde door onze vereniging met Christus! Gods methode is niet dat wij de zonde dood moeten houden voor onszelf, of onze onderdrukking van zondige begeerten of het verbeteren van de oude natuur, maar is het kruis, onze dood voor de zonde in Christus. Bevrijding van de zonde is alleen via de dood. Ik ben ‘in Christus’ en in Hem dood voor de zonde. Geloven wij dit, ondanks onze gevoelens? Egocentrisme, trots, hoogmoed, ik ben ten opzichte daarvan gestorven. Zoals twee gelovigen antwoordden op de vraag of ze meegingen naar het theater: ‘Het spijt ons, we kunnen niet meekomen, we zijn vorige week gestorven’. Ze hadden dit in hun doop beleden (zie Rm6:3-4).
Het onszelf dood rekenen ten opzichte van de zonde
Als wij in geloof aan de waarheid onszelf dood rekenen in Christus voor de zonde, houdt dit ook in: totale verwerping van ons vlees, het eigen ‘ik’. We doen voorgoed afstand van onze eigen bronnen, we weigeren te leven vanuit ons oude leven.
En stelt uw leden niet voor de zonde tot werktuigen van de ongerechtigheid, maar stelt uzelf voor God als uit de doden levend geworden, en uw leden voor God tot werktuigen van de gerechtigheid. Rm6:13
Wij moeten dus dagelijks ervoor kiezen niet te leven vanuit onze eigen natuur, maar vanuit Christus die in ons leeft. Als wij hier niet voor kiezen heeft het rekenen uit Rm6:11 ook geen effect. God vraagt van ons onze eigen instemming over het oordeel dat over ons eigen vlees is uitgesproken op het kruis.
Het verwerpen van het ‘ik’-leven
Om te komen tot het diepe besef dat er in mijn vlees geen goed woont (Rm7:18) en dat ik, wat mijn eigen natuur betreft, een ‘ellendig mens’ ben (Rm7:24), gebruikt de Vader de omstandigheden en heel in het bijzonder iemand in onze nabije omgeving aan wie wij ons dienen te onderwerpen. Hetzij die lastige echtgeno(o)t(e), werkgever, broeder, zuster, of die fysieke handicap of die ene specifieke ziekte of zwakheid. In de gehoorzaamheid aan dit soort praktische zaken blijkt hoezeer wij het ‘ik’-leven verwerpen.
…en wees elkaar onderdanig in de vrees van Christus. Ef5:21
Naast onderdanigheid aan allerlei soorten mensen en omstandigheden, vraagt God ook van ons de zonde te verwerpen. Want de zonde zal over u niet heersen. Rm6:14. Hij heeft ons van alle zonde bevrijd door het kruis, nu vraagt hij van ons alles wat zonde is te doden, zie ook Ko3:5. Zonde is: het ‘ik’-leven, het vlees dat enkel en alleen leeft voor zichzelf.
Maar zij die van Christus Jezus zijn, hebben het vlees met de hartstochten en de begeerten gekruisigd. Gl5:24
Het kruis is geen plaats waar we geheimzinnig doen over de zonde of deze verbergen. Het is de plaats waar we breken met de zonde, deze in het licht brengen, belijden en er berouw over hebben. Als Christus gestorven is om ons te bevrijden van de zonde, zouden wij dan niet eerder willen sterven dan erin leven? De Vader snoeit echter iedere rank aan Hem die vrucht draagt (Jh15:2). Rijkdom, gezondheid, vrienden, voorspoed, al deze zaken kan Hij onder het snoeimes brengen opdat wij ‘meer vrucht dragen’, dat is: Christus meer zichtbaar laten zijn in deze wereld.
…in alles verdrukt, maar niet benauwd; geen uitweg ziende, maar niet geheel zonder uitweg; vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet omkomend; altijd het sterven van Jezus in het lichaam omdragend, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. Want wij die leven, worden altijd aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. 2Ko4:8-11
Ons hele veilige, zelf opgebouwde leventje kan eraan gaan voor dit ene doel: Christus’ leven openbaar maken in onze sterfelijke lichamen. De kracht hiervoor is het kruis. Het kruis doodt. Het is dodelijk voor het vlees, maar het brengt ons in vereniging met een opgestane Heer. Deze verheerlijkte Heer moet onze focus zijn van het geloof.
…en wat ik nu leef in het vlees, leef ik door het geloof in de Zoon van God die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. Gl2:20.
Het is een proces dat een heel leven kost, maar laten wij ons overgeven aan de werking van het kruis. Met Hem gestorven, door Hem leven.